Onderstaande tabel geeft het saldo van baten en lasten, de mutaties in de reserves en het resultaat weer van de begroting 2025 en de meerjarenbegroting 2026-2028. | |||||||
Bedragen x € 1.000 | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||||
Lasten | -11.736 | -11.526 | -11.626 | -11.763 | |||
5.7 | Openbaar groen en (openlucht) recreatie | -3.209 | -3.243 | -3.273 | -3.286 | ||
7.2 | Riolering | -3.801 | -3.830 | -3.894 | -3.963 | ||
7.3 | Afval | -2.612 | -2.682 | -2.687 | -2.687 | ||
8.1 | Ruimtelijke ordening | -2.114 | -1.771 | -1.772 | -1.827 | ||
Baten | 8.479 | 8.531 | 8.531 | 8.531 | |||
5.7 | Openbaar groen en (openlucht) recreatie | 53 | 53 | 53 | 53 | ||
7.2 | Riolering | 4.839 | 4.828 | 4.828 | 4.828 | ||
7.3 | Afval | 2.953 | 3.017 | 3.017 | 3.017 | ||
8.1 | Ruimtelijke ordening | 634 | 634 | 634 | 634 | ||
Subtotaal Lasten en Baten | -3.257 | -2.995 | -3.095 | -3.231 | |||
Onttrekking aan reserve | 8 | 8 | 8 | 3 | |||
Storting in reserve | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Resultaat | -3.249 | -2.987 | -3.087 | -3.229 | |||
Onderstaande tabel geeft het verloop van de begroting 2025 en de meerjarenbegroting sinds de laatst vastgestelde (meerjaren)begroting weer. | |||||||
Bedragen x € 1.000 | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | |||
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||||
Begroting 2024-2027 | -2.682 | -2.666 | -2.801 | -2.822 | |||
Mutaties tot en met juli 2024 | -284 | -284 | -284 | -284 | |||
Startsaldo begroting 2025-2028 | -2.966 | -2.950 | -3.085 | -3.106 | |||
Indexering | 10 | 31 | 40 | -74 | |||
Overige technische mutatie | 0 | 0 | 0 | -5 | |||
Kapitaallasten | 108 | 154 | 203 | 253 | |||
Financiële ontwikkelingen | -128 | -179 | -229 | -280 | |||
Wens | -273 | -43 | -16 | -16 | |||
Meerjarenbegroting 2025-2028 | -3.249 | -2.987 | -3.087 | -3.229 |
Toelichting ontwikkelingen
Onderstaande tabel geeft een toelichting op de wensen en ontwikkelingen in het meerjarenperspectief. | ||||||
Bedragen x € 1.000 | Begroting | Meerjarenbegroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||
JUNO woningbouwmonitoringssysteem | 7 | 7 | -6 | -6 | ||
Woningtoewijzing | -10 | -10 | -10 | -10 | ||
Intrekkend beleid agrarische bedrijven | -20 | -40 | 0 | 0 | ||
Toekomstperspectief Deurne 2050 | -250 | 0 | 0 | 0 |
JUNO woningbouwmonitoringssysteem
De woningbouwmonitor is in 2023 aangeschaft en gevuld. Voor de aanschaf van de monitor en abonnement was/is incidenteel geld beschikbaar. Het abonnement is structureel noodzakelijk.
De woningbouwmonitor draagt bij aan effectieve sturing van het woningbouwprogramma. Door de monitor hebben we kwantitatief en kwalitatief inzicht in de planning, voortgang en realisatie van de woningbouwprojecten. Op basis hiervan kan lokaal, regionaal en provinciaal verantwoording worden afgelegd. De afspraken over het gezamenlijke regionale systeem zijn vastgelegd in de Regionale Woondeal.
Woningtoewijzing - Regionaal systeem urgentiecommissie en bezwaarcommissie
Naar verwachting wordt begin 2025 de 'Wet versterking regie volkshuisvesting' van kracht. Op basis van de wet worden gemeenten verplicht een regionaal afgestemde urgentieregeling vast te stellen. Het Stedelijk Gebied Eindhoven heeft reeds een gezamenlijke verordening, een urgentiecommissie en bezwaarschriftencommissie. Alles wordt gezamenlijk gefinancierd: 50% door gemeenten en 50% door corporaties. Het streven van de gemeenten in de Metropoolregio Eindhoven is deze regeling te actualiseren en uit te breiden naar alle 21 gemeenten en vervolgens, met de corporaties, in alle gemeenten gezamenlijk uit te voeren.
Intrekkend beleid agrarische bedrijven
In ons buitengebied merken we dat een groot aantal (agrarische)vergunningen langdurig niet gebruikt worden. Dit maakt dat in deze gevallen de vergunde situatie, op papier, niet overeenkomt met de werkelijke situatie. Dit kan andere gewenste ontwikkelingen in het buitengebied beperken, en dit komt tevens de leefbaarheid van ons buitengebied niet ten goede. Een actueel vergunningenbestand dat overeenkomt met de werkelijke situatie is van belang om tot accuraat gebiedsgericht beleid te komen, dat passend is bij de ontwikkelingen in de verschillende gebieden in ons buitengebied.
Het intrekken van (agrarische)vergunningen is onder de Omgevingswet niet verplicht. Omdat het niet verplicht is moet je goed kunnen onderbouwen hoe en waarom (niet actieve) (agrarische)vergunningen worden ingetrokken. Hiervoor is operationeel beleid nodig.
De budgetvraag voor dit operationele beleid is in eerste instantie bedoeld voor het uitwerken van een goed voorstel ten aanzien van een mogelijke intrekkingsaanpak. Om dit vervolgens uit te werken in de daadwerkelijke intrekkingsaanpak (operationeel beleid). De impact op de capaciteit die nodig is voor de uitvoering van deze aanpak, is een van de wegingsfactoren om tot de daadwerkelijke aanpak/operationeel beleid te komen.
Toekomstperspectief Deurne 2050
In de begroting 2025 wordt een werkbudget “Toekomstperspectief Deurne 2050” gevraagd van € 250.000 voor 2025. Voor de jaren daarna is een PM-post opgenomen.
Onze regio blijft een stevige ontwikkeling doormaken. Dit is uniek en van groot nationaal belang. Dit kan alleen als we blijven investeren in leefbaarheid en toegankelijkheid van de regio. Het gaat om groei in balans, met oog voor welvaart en het welzijn van mensen. Rijk en regio zijn overeengekomen om gezamenlijk 2,5 miljard te investeren waarbij de nadruk gelegd wordt op de benodigde publieke investeringen in en afspraken over de fysieke ruimte, denk aan voldoende en betaalbare woningen, bereikbaarheid en maatregelen op het vlak van netcongestie. Daarnaast wordt geïnvesteerd in voldoende technisch talent (convenant Beethoven). Met deze investeringen komt het subregionale verstedelijkingsvraagstuk (ook wel schaalsprong genoemd) in een stroomversnelling. In dat verband heeft de gemeente Deurne en kern Deurne in het bijzonder een ‘unieke’ positie als subregionale HOV-knoop (HOV=hoogwaardig openbaar vervoer) waarbij het mobiliteitsaanbod - de intercityverbinding - en de plaatswaarde - kansen voor woningbouw-, werk-, en voorzieningenprogramma in combinatie met het openbaar vervoer – zorgen voor een nieuwe schaal in stedelijkheid (tussen dorp en stad) met een aantrekkingskracht voor bewoners uit omliggende kernen en gemeenten.
In 2024 zijn we als gemeente met een integrale aanpak, innovatieve combinaties en het maken van expliciete keuzes gezamenlijk aan de slag om te komen tot een kwalitatief en gebalanceerd toekomstperspectief voor onze gemeente, voor huidige en toekomstige generaties. Naar mate we verder komen in het proces zal dit toekomstperspectief zich steeds duidelijker aftekenen. Voor 2025 wordt een werkbudget gevraagd dat ingezet kan worden voor uitvoeringskosten. Daarmee ontstaat de financiële ruimte om daar waar iets nodig is (inhoudelijk en/of uitvoering), dat mogelijk te maken.
Het verstedelijkingsvraagstuk zal in de tijd ongetwijfeld maatschappelijke en financiële inkomsten opleveren. Wanneer en in welke mate is echter niet te voorzien. Wel is het van belang om vast te stellen dat een ‘voor-investering’ noodzakelijk is. Daarbij kan gedacht worden aan deskundigheid die de ambtelijke organisatie nu niet in huis heeft dan wel versterkt moeten worden, het mogelijk inrichten van een project- of programmaorganisatie, als ook het inzetten op de strategische positionering van Deurne in relatie tot het verstedelijkingsvraagstuk. Op dit moment kan nog niet overzien worden wat er nodig is en welke financiële gevolgen dit heeft. Vandaar dat voor de jaren 2026 en volgend een PM-post is opgenomen.